Apparatuur

Testmethoden en -procedures voor zoutsproeitesters

Zoutsproeitesters worden voornamelijk gebruikt om de corrosieve effecten van zout vocht op producten in ruwe maritieme of andere omgevingen te simuleren, waarbij hun corrosieweerstand wordt geëvalueerd.

Hieronder volgen algemene testmethoden en -procedures voor zoutsproeitesters: Neutrale zoutsproeitest (NSS-test)

1. Testvoorbereiding

● Apparatuurinspectie: Zorg ervoor dat alle functies van de zoutsproeitester normaal zijn en dat het sproeisysteem, het temperatuurcontrolesysteem en het pekeltoevoersysteem correct functioneren. Controleer of de pekeltank, de sproeitoren, de collector en andere onderdelen schoon en vrij van onzuiverheden zijn.

● Monstervoorbereiding: Reinig en ontvet het testmonster indien nodig om oppervlakteolie, stof en andere onzuiverheden te verwijderen. Zorg ervoor dat u het monsteroppervlak niet beschadigt. Voor monsters met speciale vereisten kan een passende verpakking of beveiliging nodig zijn om de stabiliteit tijdens de test te garanderen.

● Bereiding van zoutoplossing: Bereid een zoutoplossing van 5% ± 1% (w/w) met behulp van chemisch zuiver natriumchloride (NaCl) en gedestilleerd of gedeïoniseerd water. De pH-waarde van de oplossing moet tussen 6,5 en 7,2 liggen, wat kan worden gemeten en aangepast met een pH-meter. 1. Indien de pH-waarde niet aan de eisen voldoet, kan deze worden aangepast met zoutzuur (HCl) of natriumhydroxide (NaOH) oplossing.

2. Testopstelling

● Temperatuurinstelling: Stel de temperatuur in de zoutsproeikamer in op 35℃±2℃. Pas de temperatuur nauwkeurig aan met behulp van het temperatuurcontrolesysteem van de apparatuur om een ​​stabiele testtemperatuur te behouden.

● Aanpassing sproeidruk: Pas de sproeidruk aan om een ​​uniforme en stabiele sproeiing van de pekel te garanderen. Normaal gesproken wordt de spuitdruk binnen het bereik van 0,14 - 0,17 MPa gehouden, wat kan worden aangepast met behulp van een drukregelklep en kan worden gecontroleerd met behulp van een manometer.

● Aanpassing van het sproeivolume: Plaats ten minste twee opvangbakken in de zoutsproeikamer. De collectoren moeten zo worden geplaatst dat ze niet worden belemmerd door het monster en zich minimaal 100 mm van de kamerwand bevinden. Pas het spuitvolume aan tot gemiddeld 1 - 2 ml/80 cm²·u. Meet het volume en pas het aan door het volume pekel te meten dat gedurende een bepaalde periode door de collectoren is opgevangen.

3. Testuitvoering

● Monsterplaatsing: Plaats het voorbereide monster in de zoutsproeikamer, waarbij u een passende afstand tussen de monsters aanhoudt om wederzijdse obstructie van de spray te voorkomen. Zorg ervoor dat het monsteroppervlak gelijkmatig zoutsproeiafzetting kan ontvangen. De plaatsingshoek van het monster wordt doorgaans bepaald volgens productnormen of relevante regelgeving, doorgaans tussen 15° en 30°, om de hoek te simuleren waaronder zoutsproeicorrosie kan optreden tijdens feitelijk gebruik.

● Opstarttest: Nadat u heeft bevestigd dat alle parameters correct zijn ingesteld, start u de zoutsproeitester en begint u met de sproeitest. Tijdens de test moet de werking van de apparatuur regelmatig worden geobserveerd, inclusief de temperatuur, de spuitstatus en het pekelniveau, om stabiele testomstandigheden te garanderen. Vermijd tegelijkertijd het vaak openen van de deur van de zoutsproeikamer om te voorkomen dat de testomgeving wordt beïnvloed.

4. Testcyclus en inspectie

● Testcyclus: De testcyclus wordt bepaald op basis van de gebruiksomgeving van het product, de verwachte levensduur en relevante normen. Meestal varieert dit van enkele uren tot enkele dagen of zelfs maanden. Voor een voorlopige beoordeling van de corrosieweerstand van sommige gewone metaalproducten kan bijvoorbeeld een test van 24 tot 48 uur nodig zijn; terwijl producten die gedurende langere perioden aan barre omstandigheden op zee worden blootgesteld, honderden uren aan testen kunnen vergen.

● Tussentijdse inspectie: Tijdens de test moet, afgezien van het regelmatig observeren van de werking van de apparatuur, overmatig menselijk ingrijpen in het algemeen worden vermeden bij het inspecteren van de monsters. In bepaalde specifieke situaties, zoals wanneer de testcyclus lang is, kunnen de monsters echter op gespecificeerde tijdstippen visueel worden geïnspecteerd om te observeren op tekenen van corrosie, zoals roest, verkleuring en afbladderen, en deze tekenen moeten worden geregistreerd. Tijdens de inspectie moet erop worden gelet dat de zoutneveldekking op het monsteroppervlak niet wordt verstoord.

5. Testvoltooiing en resultaatevaluatie

● Testvoltooiing: Nadat de vooraf bepaalde testcyclus is bereikt, stopt u de zoutsproeitester en verwijdert u de monsters.

● Monsterreiniging: Spoel het monsteroppervlak voorzichtig af met stromend water om zoutnevelafzettingen te verwijderen en spoel vervolgens af met gedestilleerd of gedeïoniseerd water om resterend zout te verwijderen. Na het reinigen kunnen de monsters aan de lucht worden gedroogd bij kamertemperatuur of bij lage temperatuur worden gedroogd met behulp van een haardroger of soortgelijke apparatuur.

● Resultaatevaluatie: Evalueer de geteste monsters volgens productnormen of relevante specificaties. Gebruikelijke evaluatiemethoden zijn onder meer visuele inspectie, waarbij de mate van corrosie op het monsteroppervlak wordt waargenomen, zoals het aantal, de grootte en de verdeling van corrosievlekken, en het aandeel van het corrosieoppervlak; gravimetrische methode, waarbij het corrosieverlies wordt beoordeeld aan de hand van de verandering in het monstergewicht voor en na de test; en metallografische analyse, waarbij veranderingen in de interne structuur van het monster als gevolg van corrosie worden waargenomen. Verschillende producten en toepassingsscenario's kunnen verschillende evaluatie-indicatoren en -methoden gebruiken.

Azijnzuurzoutsproeitest (ASS-test)

1. Testvoorbereiding

● Apparatuur en monstervoorbereiding: Zorg er, net als bij de neutrale zoutsproeitest, voor dat de zoutsproeitestapparatuur goed functioneert en behandel de monsters voor.

● Bereiding van de zoutoplossing: Voeg een geschikte hoeveelheid ijsazijn (CH₃COOH) toe aan een bereide 5%±1% natriumchlorideoplossing om de pH-waarde tussen 3,1 en 3,3 te brengen. Gebruik voor de bereiding chemisch zuivere reagentia en gedestilleerd of gedeïoniseerd water en meet en pas de pH-waarde nauwkeurig aan met een pH-meter.

2. Testopzet en -uitvoering

● Testopstelling: Stel de temperatuur in op 35℃±2℃. Spuitdruk, spuitvolume en andere parameters worden hetzelfde ingesteld als bij de neutrale zoutsproeitest.

● Testprocedure: Plaats het monster in de zoutsproeikamer en start de test volgens de ingestelde omstandigheden. Observatie- en onderhoudseisen tijdens de test zijn dezelfde als bij de neutrale zoutsproeitest.

3. Testcyclus, einde en resultaatevaluatie

● Testcyclus: doorgaans korter dan de neutrale zoutsproeitestcyclus, bepaald op basis van productkenmerken en normen, doorgaans tussen 16 en 96 uur.

● Testeinde en reiniging: Nadat de testcyclus is voltooid, stopt u de test, verwijdert u de monsters en maakt u ze schoon met dezelfde methode als voor de neutrale zoutsproeitest.

● Resultaatevaluatie: De evaluatiemethode is vergelijkbaar met de neutrale zoutsproeitest. Omdat de zoutsproeitest met azijnzuur echter corrosiever is, kan de mate van corrosie van de monsters binnen dezelfde testcyclus ernstiger zijn. De evaluatie moet gebaseerd zijn op de overeenkomstige strengere normen om de corrosieweerstand van het product te bepalen.

Koperversnelde azijnzuurzoutsproeitest (CASS-test)

1. Testvoorbereiding

● Apparatuur en monstervoorbereiding: Inspecteer en reinig de zoutsproeitester om een ​​normale werking te garanderen, en behandel de monsters voor.

● Bereiding van de zoutoplossing: Voeg koperchloride (CuCl₂·2H₂O) toe aan een 5%±1% natriumchlorideoplossing, met een concentratie van 0,26g/L±0,02g/L. Voeg vervolgens ijsazijn toe om de pH van de oplossing op 3,1-3,3 te brengen. Zorg voor de zuiverheid van het reagens, gebruik geschikt water voor de bereiding en meet en pas de pH-waarde nauwkeurig aan.

2. Testopzet en -uitvoering

● Testopstelling: Stel de temperatuur in op 50℃±2℃. De spuitdruk, het spuitvolume en andere parameters worden op dezelfde manier ingesteld als bij de neutrale zoutsproeitest.

● Testprocedure: Plaats het monster in de zoutsproeikamer en start de test volgens de ingestelde omstandigheden. Vanwege de hoge testtemperatuur moet u tijdens de test de werking van de apparatuur nauwlettend in de gaten houden om te voorkomen dat storingen de testresultaten beïnvloeden.

3. Testcyclus, einde en resultaatevaluatie

● Testcyclus: doorgaans kort, mogelijk tussen 8 en 48 uur, afhankelijk van de productstandaard.

● Testeinde en reiniging: Stop de test nadat de testcyclus is bereikt, verwijder het monster en reinig het op dezelfde manier als voorheen.

● Resultaatevaluatie: Vanwege de extreem corrosieve aard van deze test is het corrosieve effect op de monsters snel en aanzienlijk. De evaluatie is gebaseerd op normen die specifiek zijn ontwikkeld voor de CASS-test, waarbij de corrosieweerstand van het product wordt beoordeeld door aspecten zoals de externe corrosiekenmerken en corrosiesnelheid van het monster te evalueren, om zo het beschermende vermogen van het product in zwaardere corrosieve omgevingen te bepalen.